Regen, hagel

regen, regen; nu zijn de straten nat!

Het glimt en het spiegelt. Dat is me even wat!

Op de stoep ligt een hele grote plas. 

Ik heb m'n laarzen aan en krijg spetters op m'n jas.

 

Hagel, hagel, nu zijn de straten glad. 

Ik glij en glibber. Straks val ik op mijn gat!

Alle auto's, die doen rustig aan. 

Ze rijden heel voorzichtig en ik blijf lekker staan.