Activiteit 1 Oversteken bij een brede weg met een middenberm

Doel

De leerling kijkt bij het oversteken van de eerste weghelft naar links en bij het oversteken van de tweede weghelft naar rechts.

Deelvaardigheden

  • Vóór de stoeprand stoppen
  • Naar links kijken
  • Op de middenberm stoppen
  • Naar rechts kijken
  • Reageren op overig verkeer
  • Rustig en recht oversteken

Materialen

  • Stoepkrijt
  • 9 gele markeerbollen
  • 2 pylonen
  • Fiets (en 2 fietsen bij de differentiatie)
  • Bal (bij de differentiatie)

Oefening - opdracht 1

De leerling:

  • loopt naar het startpunt en stopt op de laatste tegel vóór de stoeprand
  • kijkt naar links
  • wacht als er verkeer aankomt en kijkt opnieuw als het verkeer voorbij is
  • steekt rustig en recht over als er niets meer aankomt
  • blijft knaar links kijken tijdens het oversteken
  • stopt op de middenberm
  • kijkt naar rechts
  • wacht als er verkeer aankomt en kijkt opnieuw als het verkeer voorbij is
  • steekt rustig en recht over als er niets meer aankomt
  • blijft naar rechts kijken tijdens het oversteken
  • loopt via de markeerbollen naar het begin van de route en sluit aan in de rij.

Oefening - opdracht 2

Eén van de leerlingen fietst over de weg (de leerling kan hier ook doen alsof hij fietst). De overige leerlingen:

  • lopen naar het startpunt en stoppen vóór de stoeprand
  • letten goed op de fietser die op de weg fietst
  • steken over zoals in opdracht 1.
Plattegrond activiteit 1

Differentiatie

Als opdracht 2, maar laat nu twee of meerdere leerlingen over de weg fietsen (of doen alsof ze fietsen) Vraag twee oudere leerlingen als verkeersbrigadier, één op elke weghelft. De leerlingen wachten tot de verkeersbrigadiers aangeven dat ze mogen oversteken. Let op: de leerlingen moeten zelf blijven uitkijken. Laat plotseling een bal op de weg rollen. Maak de kinderen duidelijk dat het erg gevaarlijk is om zomaar de weg op te rennen achter een bal aan. Blijf op de stoep staan en laat de bal rollen, kijk daarna of er verkeer aankomt. Je mag de bal pas pakken als er echt niets meer aan komt rijden."

Activiteit 2 Oversteken bij een kruispunt

Doel

De leerling kijkt op het kruispunt naar alle richtingen waar verkeer vandaan kan komen. De leerling steekt de weg recht over.

Deelvaardigheden

  • Vóór de stoeprand stoppen
  • Op een overzichtelijke plek stoppen
  • Naar alle kanten kijken
  • Op de middenberm stoppen
  • Reageren op overig verkeer
  • Rustig en recht oversteken"

Materialen

  • Stoepkrijt
  • 13 rode markeerbollen
  • 3 pylonen
  • Fiets (en 2 fietsen bij de differentiatie)

Oefening

Attendeer de kinderen erop dat oversteken bij een kruispunt vaak best lastig is, omdat je naar zo veel kanten moet kijken. Vertel de kinderen dat ze in het echte verkeer kunnen kijken of er een andere plaats is waar ze over kunnen steken als ze het erg lastig vinden om bij een kruispunt over te steken. Soms is deze plaats er niet en dan moeten ze wel bij het kruispunt oversteken.

Oefening - opdracht 1

De leerling:

  • loopt naar het startpunt en stopt op de laatste stoeptegel vóór de stoeprand op een plaats waar hij goed naar alle kanten kan kijken
  • kijkt, met de wijzers van de klok mee, naar achteren, naar links, naar voren, naar rechts en weer naar achter)
  • wacht als er verkeer aankomt en kijkt opnieuw als het verkeer voorbij is
  • steekt rustig en recht over als er niets meer aankomt
  • blijft naar alle kanten kijken tijdens het oversteken
  • herhaalt het oversteken twee keer
  • loopt via de markeerbollen naar het begin van de route en sluit aan in de rij.

Oefening - opdracht 2

Eén van de leerlingen fietst over de weg (de leerling kan hier ook doen alsof hij fietst). De overige leerlingen:

  • lopen naar het startpunt en stoppen op de laatste tegel vóór de stoeprand op een plaats waar ze goed naar alle kanten kunnen kijken
  • letten goed op de fietser die op de weg fietst
  • steken over zoals in opdracht 1.
Plattegrond activiteit 2

Differentiatie

Verdeel de leerlingen over de vier hoeken van het kruispunt. De leerlingen steken steeds in tweetallen over en lopen zo een rondje over het kruispunt. Laat nu twee fietsers over het kruispunt rijden.

Activiteit 3 Oversteken bij een T-splitsing

Doel

De leerling kijkt op de T-splitsing naar alle richtingen waar verkeer vandaan kan komen. De leerling steekt de weg recht over.

Deelvaardigheden

  • Vóór de stoeprand stoppen
  • Op een overzichtelijke plek stoppen
  • Naar alle kanten kijken
  • Reageren op overig verkeer
  • Rustig en recht oversteken

Materialen

  • Stoepkrijt
  • 12 blauwe markeerbollen
  • 3 pylonen
  • Fiets (en 2 fietsen bij de differentiatie)

Oefening

Attendeer de kinderen erop dat oversteken bij een T-splitsing vaak best lastig is, omdat je naar zo veel kanten moet kijken. Vertel de kinderen dat ze in het echte verkeer kunnen kijken of er een andere plaats is waar ze over kunnen steken als ze het erg lastig vinden om bij een kruispunt over te steken. Soms is deze plaats er niet en dan moeten ze wel bij het kruispunt oversteken.

Oefening - opdracht 1

De leerling:

  • loopt naar het startpunt en stopt op de laatste stoeptegel vóór de stoeprand op een plaats waar hij goed naar alle kanten kan kijken
  • kijkt, afhankelijk van de plaats op de T-splitsing, naar
    • links, voor, achter en weer naar links
    • achter, voor, rechts, en weer naar achter
    • achter, links, rechts en weer naar achter en links
  • wacht als er verkeer aankomt en kijkt opnieuw als het verkeer voorbij is
  • steekt rustig en recht over als er niets meer aankomt
  • blijft naar alle kanten kijken tijdens het oversteken
  • herhaalt het oversteken twee keer
  • loopt via de markeerbollen naar het begin van de route en sluit aan in de rij.

Oefening - opdracht 2

Eén van de leerlingen fietst over de weg (de leerling kan hier ook doen alsof hij fietst). De overige leerlingen:

  • lopen naar het startpunt en stoppen op de laatste tegel vóór de stoeprand op een plaats waar ze goed naar alle kanten kunnen kijken
  • letten goed op de fietser die op de weg fietst
  • steken over zoals in opdracht 1.
Plattegrond activiteit 3

Differentiatie

Verdeel de leerlingen over de drie hoeken van de T-splitsing. De leerlingen steken steeds in tweetallen over en lopen zo een rondje over de T-splitsing. Laat nu twee fietsers over de T-splitsing rijden."

Terug naar volledig lespakket